De villa is genesteld in het achterland van de Var, ergens tussen de vlakte van de Maures en de Golf van Saint-Tropez, niet ver van de Verdon of de Middellandse Zee: les vignes du rosé, les oliveraies, les champs de lavande, le parfum des figues, les « passages secrets, les chemins noirs (qui) dessinent le souvenir d’une France piétonne, le réseau d’un pays anciennement paysan * » mais aussi minier, avec les carrières à ciel ouvert et les voies de chemin de fer transformées en un réseau aimable de pistes cyclables.

Dit Provençaalse land, een natuurmuseum waar nieuwsgierigen de sporen kunnen ontdekken die zijn achtergelaten door Romeinen, tempeliers en andere cisterciënzer monniken, is een preuts land dat zijn geheimen alleen prijsgeeft aan diegenen die het rustig aan doen.

* Sylvain Tesson « Sur Les Chemins Noirs »